
Het is opmerkelijk hoezeer kunstvormen en kunstliefhebbers vaak naast elkaar bestaan. Je hebt kunstliefhebbers die niets van literatuur willen weten en andersom. Beeldende kunst, muziek architectuur, literatuur, film, theater … elke discipline heeft zo zijn eigen doelgroepen en (sub-)culturen. Soms komen er interessante cross-overs en combinaties tot stand. De synthese van architectuur, interieur en kunst in het Gesamtkunstwerk is een mooi en al oud voorbeeld. Ook muziek en literatuur vinden elkaar telkens weer. Beeldende kunst en design leven vaak op gespannen voet met elkaar, maar leiden in combinatie vaak tot de mooiste resultaten. Grenzen vervagen en de vraag of iets kunst is of design en toegepaste kunst is dan niet meer relevant.
Een zeldzamere combinatie is die van kunst en literatuur, of, beter gezegd, van tekst en beeld. De verschijingsvormen variëren van tekst en beeld naast elkaar, tot werken waarin de tekst in de kunst verschijnt of kunst inde tekst verschijnt. In schilderijen van Picasso, Miro, Kiefer zien we soms woorden verschijnen. In de traditie van de visuele poëzie zien we het beeld in de tekst verschijnen. Dat begint bij Apolinnaire (Il pleut) en Mallarmé (Coup de dés), gaat verder bij Paul van Ostaijen en vindt tegenwoordig diverse uitingen bij diverse dichters. Op de foto laat ik een viertal werken zien van de Belgische dichter en beeldhouwer Renaat Ramon (1936). Het zijn vier bladen uit zijn Color-field poetry, een bundel visuele poëzie, waarin kleur en beeld de rol van het woord hebben overgenomen, maar wel in sonnetvorm. De bundel bestaat uit 22 losse vellen ‘kleursonetten’ en 4 losse vellen ’Blinde stem’ in zwart-wit. Het werk ligt meestal als boek in de kast, maar visuele poëzie leent zich natuurlijk bij uitstek voor expositie. Kunst, poëzie en … speelgoed vormen hier een prachtige minimalistische compositie.