
Als je zo om je heen kijkt en luistert dan kom je ze wel eens tegen: de stoelenfreaks. Ze zijn op zoek naar die ene stoel van die ene ontwerper of kopen lukraak de stoelen waar ze op slag op verliefd zijn geraakt. Ik geloof dat ik zelf ook wel een beetje een stoelenfreak ben. Een tijdje terug telde ik meer dan tachtig stoelen in ons huis en in de schuur. Overal en nergens opgeduikeld. De stoelenfreak dus. Maar bestaan er ook dressoirfreaks of tafelfreaks? Ik heb nog nooit iemand horen zeggen: ik ben een kastenfreak. Hoe komt dat? Wat maakt een stoel toch weer anders dan alle andere meubelstukken?
Ik geloof dat de foto het geheim van de stoel onthult. Een stoel is ook prachtig als hij geen stoel meer is. Is een stoel nog een stoel als je er niet meer op kunt zitten? Een stoel wordt vaak nog mooier als hij zijn zitfunctie verliest. Een paar jaar geleden kocht ik twee vergulde Louis-XVI stijl stoelen (waarschijnlijk 19e eeuws) met nogal suffige zittingen en bekleding. Eén stoel stripte ik volledig en de foto laat zien dat de stoel een geweldige sculptuur is geworden. De suffige stoel is een krachtig driedimensionale persoonlijkheid geworden die karakter en rijkdom aan zijn omgeving geeft. Je blijft er naar kijken. Zal ik de andere ook strippen? Het probleem is dat twee stoelen opeens weer stoel zijn. Deze solitaire stoel is vooral object geworden.
Verrassend is de tijdloosheid van objecten wanneer ze geïsoleerd worden in de ruimte, of wanneer ze gecombineerd worden met andere opbjecten. De Bourgie van Laviani voor Kartell lijkt niet een voor de hand liggende combinatie, maar plastic, zwart en 2004 gaan goed samen met hout, goud en 1784.