
Ik weet het nog goed, die dag dat alles bij ons in huis veranderde. De oude meubels gingen de deur uit en nieuwe scandinavische meubels kwamen er voor in de plaats. Ik zie nog de schilder die elke deur een andere pasteltint gaf, blauw, roze, geel en groen. Dat alles gebeurde in een paar weken tijd en moet hebben plaatsgevonden in 1961 of 1962. Het is één van mijn eerste en sterkste jeugdherinneringen. Het geeft aan hoe radicaal rond 1960 de mensen kozen voor vernieuwing en voor de lichte, modernistische inrichting van hun huizen. Net zo snel als deze interieurs kwamen, verdwenen ze ook weer in het begin van de jaren zeventig. Modernisme en functionalisme maakten plaats voor een sterk romantische easy-living opvatting van het wonen met zitkuilen, zware eiken meubelen in country-look en vooral de kleuren oranje en bruin.
De interieurs van de jaren zestig zijn bijna alle verdwenen, maar vele objecten zijn er nog. De meubels natuurlijk, de lampen, glas en aardewerk. Meestal kopen we die objecten omdat ze passen bij onze smaak en trends. Soms is een voorwerp uit die periode nog een familiestuk. Ook ergens rond 1960 kwam mijn vader thuis met een in mijn ogen prachtige vaas, gewonnen bij de kaartclub. Het is een vaas van de zeer succesvolle Goudse plateelfabriek Flora. Het decor is het type Capri. De eenvoudige florale motiefjes zijn zo 1960 als maar kan. Capri is geproduceerd van 1955 tot 1961. Juist door de groei van een meer romantisch interieurideaal raakte het minimalisme van deze vaas uit de mode. Hoe eenvoudig en minimalistisch ook, de vaas van mijn vader neemt een hele periode met zich mee en is voor mij de sleutel tot mijn vroegste jeugd.